Op 14 februari 2017 zijn de add-on bestanden voor de maand maart 2017 gepubliceerd. Zie het tabblad Tabellen voor meer informatie. Daar vindt u o.a. een toelichting op de bestanden met daarin release notes.
-
Voeg je bij 579 andere abonnees
-
Meest recente berichten
Recente reacties
Pieter Hooftman op Beschrijving van processen… Peter Zomer op Beschrijving van processen… Pieter Hooftman op Nza circulaire Add-on geneesmi… M. Knoop Pathuis op Nza circulaire Add-on geneesmi… Marianne Knoop Pathu… op Nza circulaire Add-on geneesmi… Categorieën
Archief
Beste Pieter,
In de G-standaard van maart is het ZI 13879065 BOTOX INJECTIEPOEDER FLACON 100E verwijderd.
Dit is een ZI wat wij nog ruim op voorraad hebben.
ik heb me door de apotheek laten vertellen dat dit vervangen wordt door het ZI nummer: 16226097 BOTOX INJECTIEPOEDER FLACON 100E
Wat moeten wij nu met de declaratie van de ‘oude’ voorraad na 1 maart?
Groeten,
Ilse van Oldeniel
LikeLike
Beste Ilse,
Hoi Pieter,
Het is aan de leverancier van een artikel om deze op vervallen te zetten, en te besluiten per welke datum dat gebeurt. Om te voorkomen dat leveranciers al te snel een ZI-nummer verwijderen (en daarmee al te snel afnemers duperen die nog een voorraad hebben), hanteert Z-Index een termijn van 6 maanden: de leverancier kan een artikel uitsluitend op vervallen zetten met een termijn van ten minste 6 maanden in de toekomst. In de afgelopen 6 maanden is dit artikel in de G-Standaard uitgeleverd met een code “U” = uitverkoop. De bedoeling van die code is dat afnemers alle artikelen in hun voorraad met die code kunnen identificeren en bekijken of ze dat nog opmaken, of dat ze contact opnemen met de leverancier.
Als een apotheek nog voorraad heeft van een artikel waarvan de leverancier het ZI-nummer heeft verwijderd, dan kan de apotheek het beste contact opnemen met de leverancier (een leverancier kan bijvoorbeeld een regeling treffen met de apotheek).
Kunnen jullie contact opnemen met de leverancier, en de afloop laten weten?
Pieter Hooftman
LikeLike
Overigens staat het ZI nummer 16226097 dus wel in de G-standaard van Maart.
LikeLike
Beste Pieter,
zou je op bovenstaande vraag nog willen reageren?
Daarnaast heb ik nog een vraag over de toegevoegde indicatie 461 bij Eylea. (Visus verslechtering door macula-oedeem secundair aan BRVO of CRVO bij volwassenen)
de indicaties 23 (Visusverslechtering door macula-oedeem secundair aan CRVO bij volwassenen)
en 25 (Visusverslechtering door macula-oedeem secundair aan BRVO bij volwassenen) bestonden al bij Eylea. indicatie 461 lijkt me dan deze beide omvatten?? Wat is het verschil?
Als ik bij u aan het verkeerde adres ben met dit soort vragen hoor ik graag waar ik hier dan mee naar toe kan.
Vriendelijke groet,
Ilse van Oldeniel
LikeLike
Hallo Ilse,
Indicaties 23 en 25 zijn samengegaan in indicatie 461. De indicaties 23 en 25 zullen in de g-standaard voor april niet meer actief zijn.
Met vriendelijke groeten,
Pieter Hooftman
LikeLike
ik heb inmiddels navraag gedaan bij de Z-index en het CIBG. de Z-index liet ons het volgende weten:
“Indicaties 23 en 25 staan in de G-Standaard van maart, maar niet in het bestand van het CIBG. Dat komt omdat er een discrepantie is in de informatie-uitwisseling tussen CIBG en Z-Index. De indicaties worden verzameld en bijgehouden van het CIBG. Per abuis heeft het CIBG ook vervallen indicaties aangeleverd aan Z-Index. Wij kunnen niet zien wat vervallen is of niet en verwerken de informatie zoals deze ons aangeleverd wordt. Vandaar dat deze 2 indicaties ook in de G-Standaard van maart staan. In april zullen de 2 indicaties verwijderd zijn. Met het CIBG zijn we in gesprek om ervoor te zorgen dat we van het CIBG de juiste informatie aangeleverd krijgen.”
Vandaar dat er verwarring is ontstaan. Navraag bij de NZa wat leidend is voor de declaratie leverde het volgende op:
In uw e-mail van 2 maart 2017 geeft u aan dat u dacht dat de G-standaard op de add-on databank van het CIBG gebaseerd was. U vraag hoe het kan dat hier verschillen in ontstaan en wat voor uw ziekenhuis leidend is in de declaratie. Hierbij informeer ik u als volgt.
Wij raden u aan hierover contact op te nemen met het CIBG. Zij stellen inderdaad de lijst met indicaties op en sturen deze door naar Z-index.
Als u een geneesmiddel verstrekt voor een indicatie die niet op de lijst staat, mag u de optie ‘overig’ in de G-standaard selecteren. Als een bepaald geneesmiddel regelmatig wordt ingezet voor een indicatie die niet op de lijst met indicaties staat, dan dient de beroepsgroep ervoor te zorgen dat deze indicatie wordt opgenomen in de CIBG add-on databank en vervolgens de G-standaard.
Het is de bedoeling dat de ICT-systemen van de ziekenhuis de G-standaard als bronbestand gaan gebruiken bij de registratie en declaratie van add-on’s en deze G-standaard, die maandelijks wordt ververst, gaan inlezen.
LikeLike